Honkbal
Hoewel de Amerikanen blijven volhouden dat hun nationale sport honkbal, in 1839 werd bedacht door Abner Doubleday, staat het vast dat deze sport zijn oorsprong heeft in een oud Engels spel (Rounders). De sport zoals wij die beoefenen werd inderdaad door Doubleday op 20-jarige leeftijd “uitgevonden”. In de plaats waar hij woonde, Cooperstown (New York), bevindt zich het grootste honkbalmuseum van de wereld. In 1845 werden de eerste spelregels door Alexander Joy Cartwright op papier geschreven. Bijna 150 jaar later gebruiken we nog steeds de afstand tussen de honken van 27 meter en werpt de pitcher de bal vanaf 18.45 meter over de thuisplaat.
Pas na een hele lange tijd werd honkbal in Nederland bekend. De Amsterdammer JCG Grasé was op vakantie in de Verenigde Staten en zag daar een paar honkbalwedstrijden. Hij was heel erg onder de indruk van het spel. Toen hij terug kwam in Nederland heeft hij de spelregels vertaald (hij was docent Engels) en het verder verteld. In 1911 werden de eerste wedstrijden georganiseerd. De eerste competitie begon in 1922 Ajax, Blauw Wit, Hercules en Quick vormde de hoogste divisie. Quick werd dat jaar het aller eerste Nederlands kampioen.